Antwoorden vanuit RVO inzake mogelijke strijdigheid met Wet bij ter goedkeuring indienen van pachtovereenkomsten

11 juni 2014
Op de actualiteitendag Agrarisch Recht (IAR) van 15 januari 2016 is tijdens de inleiding van mevrouw mr. E.H.M. Harbers (Hekkelman advocaten) onder andere de nieuwe werkwijze Grondkamers (RVO) voor het indienen van pachtovereenkomsten besproken.
Afbeelding voor Antwoorden vanuit RVO inzake mogelijke strijdigheid met Wet bij ter goedkeuring indienen van pachtovereenkomsten

Aan de orde kwam het aantal in te dienen overeenkomsten en de termijn van indiening versus de termijn van aanvullen van ontbrekende- of onvolledige gegevens. Gedurende de dag heeft Ferry Pikavet een aantal tweets gepost over hetgeen de inleiders vertelde. Zo ook over een mogelijke strijdigheid met de Wet en regelgeving omtrent het indienen van een pachtovereenkomst bij de Grondkamer. De RVO heeft hierop direct gereageerd.

Twee punten werden ter illustratie genoemd:

  • De RVO geeft aan dat, bij digitale indiening, slechts één pachtovereenkomst ingediend hoeft te worden. Terwijl voorheen zoveel exemplaren worden verlangd als er partijen in de overeenkomst zijn opgenomen.
  • De RVO geeft aan dat bij een door haar gedaan verzoek tot aanvulling of verbetering van gegevens, een reageertermijn van twee weken wordt aangehouden. Indien er niet binnen twee weken wordt gereageerd, dan zal de RVO niet de ontvangstsdatum van de overeenkomst aanhouden.

Dit laatste is van belang omdat in de Wet is bepaald dat als de overeenkomst niet binnen twee maanden na aangaan ter goedkeuring is ingediend, “dan gaat de in artikel 325 bedoelde duur in bij de aanvang van het pachtjaar, volgende op dat, waarin de overeenkomst is ingezonden”.

E.e.a. volgens 7:5 BW en de Uitvoeringswet Grondkamers.

Vervolgens is de tweet opgepakt door de RVO. Een medewerker van de RVO heeft contact met Ferry opgenomen met de vraag welke strijdigheden in het veld geconstateerd worden. De RVO heeft namelijk al meerdere vragen gehad, behandeld en beantwoord en is benieuwd of er nieuwe opmerkingen zijn. Bovenstaande twee punten heeft Ferry voorgelegd aan de RVO en de medewerker gaf aan dat dit nieuwe punten waren. De RVO kon dit niet 1-2-3 beantwoorden en gaf aan hier op terug te komen.

Dit ‘op terugkomen’ is onlangs gebeurd. Zowel telefonisch als via de mail heeft de RVO geantwoord. Ferry merkt hierbij op dat hij voor de inzet die de RVO hierin toont, het signaleren van opmerkingen uit het veld bijvoorbeeld via Twitter, en het vervolgens behandelen en terugkoppelen van deze opmerkingen zeer waardeert. Lof daarvoor.

De RVO heeft als volgt gereageerd:

  • Omdat gekozen is per 1 januari 2016 voor een digitale teruglegging van het ingestuurde pachtverzoek (dit mag wettelijk gezien, zie Europese dienstenrichtlijn), dan heeft de Grondkamer de extra kopieën niet meer nodig. De kopieën waren nodig zodat de Grondkamer niet zelf de originele contracten hoefde te kopiëren. De klant ontvangt een beslisbrief van de Grondkamer en kan zijn ingestuurde contract digitaal inzien op mijn.rvo.nl.
  • De genoemde twee weken termijn is in de brief gezet zodat klanten (hopelijk) snel reageren. Wettelijk gezien bestaat er geen basis dat als klanten niet reageren binnen de twee weken termijn dat dan de ontvangstdatum niet wordt gehandhaafd. De eerste ontvangstdatum blijft leidend, ook als klant niet reageert binnen twee weken.

Hiermee is duiding gegeven aan de bovengenoemde punten en lijkt vooralsnog van strijdigheid geen sprake te zijn. De tijd zal het verder leren.